Plantgroep | Rozen |
---|---|
Familie | Rozenfamilie |
Standplaats | Vochthoudend, Nat/Moerassig |
Bladkleur | Groen |
Bloeikleur | Roze |
Bloeitijd | juni - september |
Wintergroen | Nee |
Planthoogte | 70 cm - 150 cm |
Grondsoort | elke goede tuingrond |
Plantafstand | 5 - 7 stuks/m² |
Toepassingssuggesties | Perken. |
Winterhardheid | goed (b) (-21 tot -18°C), USDA zone 6b |
Bloeivorm | enkel tot halfgevuld |
Groeiwijze | opgaand, kan ook als leistruik gebruikt worden |
Vochtigheid | |
Oorsprong | |
Snoeien | |
Synoniem | |
Bijzonderheden |
Dit is een fraaie roos met een bijzondere kleur. De bloemen beginnen paars en verbloeien naar leiblauw. In het hart is een bos met gele meeldraden zichtbaar. Het eerste jaar na planten alle dunne takjes verwijderen en 2,3 of 4 takken die de struik heeft terugknippen zodat u 4-5 "ogen" overhoudt. Als bovenste oog kiest u een oog dat naar buiten is gericht. Volgende jaren: Allereerst worden alle beschadigde en kruisende takken weggeknipt. Hierna worden de oudste takken teruggeknipt tot vlak boven de grond. Dit bevordert de groei van nieuwe, stevige takken. U houdt nu 3-5 jonge takken aan die regelmatig verdeelt staan. Deze takken worden afgeknipt op 4-5 ogen, waarbij het bovenste aan de buitenzijde van de struik zit. Als de struiken alleen staan (dus niet in een perk) mogen de gesnoeide takken iets langer blijven (25-40 cm). Tijdens de zomer worden de oude bloemen regelmatig verwijdert om de herbloei te bevorderen.
Het eerste jaar na planten alle dunne takjes verwijderen en 2,3 of 4 takken die de struik heeft terugknippen zodat u 4-5 "ogen" overhoudt. Als bovenste oog kiest u een oog dat naar buiten is gericht.