Plantgroep | Fruit |
---|---|
Familie | Rozenfamilie |
Standplaats | Zon |
Bladkleur | Groen |
Bloeikleur | Wit |
Bloeitijd | mei |
Wintergroen | Nee |
Planthoogte | 350 cm - 450 cm |
Grondsoort | elke goede tuingrond |
Plantafstand | |
Toepassingssuggesties | Border. |
Winterhardheid | zeer goed (a) (-28,8 tot -26,1°C), USDA zone 5a |
Bloeivorm | enkel, vrij groot (5-6 cm) |
Groeiwijze | breed opgaand met bochtige zijtakken |
Vochtigheid | |
Oorsprong | |
Snoeien | |
Synoniem | |
Bijzonderheden |
Dit ras is in 1870 ingevoerd vanuit Amerika. Het ras kenmerkt zich door de rijke vruchtdracht met vruchten tot ca. 250 gram. De vruchtschil is groen met licht- tot citroengeel en met dicht vilt overdekt. Het vruchtvlees is helgeel, sappig en aromatisch. Bij koken wordt de vrucht roodachtig. De vrcht is niet uit de hand te eten, maar er kunnen heerlijke gerechten van worden bereid. De plant hoeft niet echt gesnoeid te worden. Om de plant in model te houden kan men in het voorjaar en/of in de zomer de lange scheuten inkorten om de vorm van de plant te behouden.
De plant hoeft niet echt gesnoeid te worden. Om de plant in model te houden kan men in het voorjaar en/of in de zomer de lange scheuten inkorten om de vorm van de plant te behouden.